Boekentips

Boekentips

Heb je weleens een gebruiksaanwijzing van een televisie gelezen waarin staat ‘hoi, deze tv heeft een aan-knop en als je die indrukt dan gaat de tv aan. Soms ook niet, maar dat ligt dan aan de ontvanger. Of misschien staat de elektriciteit niet aan of zit de stekker er niet in. Anyway, als je dus op de aan-knop hebt gedrukt en hij gaat aan dan kun je tv-kijken. En komt het allemaal goed.’

De don’t:

Oei ik groei is zo’n boek. Als ik ook maar iets uit je huis kan weren, dan is het dat boek. Helaas is de algemeen geldende mening dat het een enorm nuttig boek is en krijg je het waarschijnlijk toch. Ik heb er ook een, hebben?

Oei ik groei is samen te vatten in: je baby maakt een ‘sprongetje’, het is dan huilerig of eenkennig of wil niet eten of wil niet slapen of wil juist heel erg veel slapen, maar bovenalles wil het terug bij papa en mama zijn, veel knuffelen en warmte en aandacht en als je helemaal wild wordt van het gehuil en getrek ga dan even de kamer uit, maar doe je kind nooit pijn, het komt allemaal goed, want is het sprongetje voorbij dan heeft het weer veel meer om uit te kiezen uit de ‘winkel’ van mogelijkheden. Zo kan je kind vanaf zes maanden gaan staan – of niet, dan zul je zien dat ‘ie net iets anders uit ‘de winkel’ gekozen heeft. Dat is goed hoor, maar hij zou dus ook al los kunnen lopen.

De do:

French Children Don’t Throw Food
Ik wil er geld voor krijgen, want zo veel leur ik ermee: French Children Don’t Throw Food. Of in de verrassende Nederlandse titel: Franse kinderen gooien niet met eten. Als afgeleide van het boek zijn ook de opvoedadviezen los verkrijgbaar: Ja zeggen als het kan, nee als het moet. Alle van Pamela Druckerman.

Waarom? Het verhaal wordt verteld door een Amerikaanse die samen met haar Britse echtgenoot en kind in Parijs gaan wonen. Daar ziet ze Franse kinderen die wél tijdens het eten aan tafel blijven zitten zonder gedoe, die netjes opgevoed overkomen en er toch heel gelukkig uitzien. Ze vermoed een verschil in opvoeding tussen de Fransen en de Angelsaksische landen.

Ze schrijft over het kader-idee van de Fransen: grenzen en daarbinnen losheid. Over ‘le pause‘. Over hoe je kinderen een groot plezier kunt doen door ze te leren zichzelf te vermaken. En hoe Fransen het voor elkaar schijnen te krijgen dat hun baby’s al snel doorslapen.

Tijdens mijn zwangerschap hebben we dit boek allebei gelezen en werden er gelukkig van. Deze ideeën pasten bij ons. En guess what, ze werken nog ook.